HOE WORD JE 100 JAAR? Gezondheidsreceptenverzameling

ZO : OF :

MAAR HOE STAAT HET MET JE (fysieke, mentale, financiële) GEZONDHEID?

Zie ook deze mindmap

© Ton Muller www.allwell.nl

Paragrafenoverzicht: Leeswijzer

Deel VII
7.1 Hoe hoog is je bloeddruk?
7.2 Welke woonwensen heb je?
7.3 Hoe hoog is je cholesterolgehalte?
7.4 Kun je nog goed zien?
7.5 Hoe is je ademhaling?
7.6 Bibber je niet?
7.7 Denk je positief?

Binnenkort nog veel meer!




Hoe hoog is je bloeddruk?
Als je gezond geboren bent en je bent nog jong dan weet je normaal gesproken niet eens hoe hoog die is. Pas als je wat ouder wordt en je bent een keertje ziek dan komt de arts je bloeddruk meten met een precisie van +/- 5% want zo zijn de bloeddrukmeters geijkt.
Maar als je een systolische waarde van 120 mm Hg hebt bij een diastolische druk van 80 mm Hg ben je met je bloeddruk binnen de goede grenzen. Pas als je hoger dan 140 mm Hg (systolisch) en 90 mm Hg (diastolisch) zit ben je te hoog van bloeddruk. Hoe hoger je bloeddruk is hoe meer vermogen je hart moet leveren om je bloed naar alle plaatsen in je lichaam te verpompen.

Dat je in je jeugd geen hoge bloeddruk had kwam omdat je vaatwanden elastischer waren en konden oprekken als het bloed erdoorheen moest stromen. En in de loop der jaren had je door ongezond voedsel te eten je aders flink dicht laten slibben. Als je dit begrijpt en je leven dus betert door wel gezond voedsel te eten, zal je lichaam weer kunnen terugkeren naar de gezonde staat van toen. Maar het duurt meestal enige jaren.

Stel dat je systolische bloeddruk 120 mm Hg is, dat is dus 12/76 Bar of 12/76 x 10 m waterkolom. We weten ook dat er door je hart gemiddeld 100 ml per slag bloed verpompt wordt. Dat is dus 100 gr per slag. Je hart maakt in rust ongeveer 70 slagen per minuut. Per seconde verpompt je hart 70/60 gr bloed bij een opvoerhoogte van 120/76 m. Je hart moet dus een vermogen leveren van 70/60 x 120/76 x 736 Watt = 13,55 Watt.
Wat is het in mijn geval als ik 60 jaar oud ben en dus maar maximaal tot 160 slagen per minuut mijn hart mag belasten?
Dat wordt dan 160/70 x 13,55 Watt = 30,98 Watt.
En als ik nu 67 jaar oud ben en 163 slagen per minuut maak bij het roeien in een skiff is dit dus 31,56 Watt dat mijn hart moet leveren.
Als ik een bepaalde sport bedrijf waar ik toch nog mijn hoofd erbij moet houden vergt die ook zo'n 10 Watt. Andere lichaamsdelen zullen waarschijnlijk ook nog zo'n 40 Watt vergen. Dus als ik aan de trapas 188 Watt lever moet ik op mijn oude dag dus toch nog 30,98 + 10 + 40 + 188 = 269 Watt leveren! Gelukkig doe ik dat niet altijd, zelfs niet iedere dag. Stel dat ik dat om de 2 dagen doe gedurende 15 minuten (mijn maximum) en de rest van de dag mijn hart tot gemiddeld 15 Watt laat werken. En dit vergelijkt met iemand die een bloeddruk heeft van 150 mm Hg. Dus z'n hele leven lang z'n hart hard moet laten werken, zelfs als hij slaapt. Je komt dan per jaar op 132,11 kwh in mijn geval vs 148,34 kwh in het geval van mijn hypothetische persoon. Dat is 12 % minder
Als ik het in dat jaar kalmpjes aan doe en mijn hart maar de hele tijd 15 Watt laat leveren dan hoeft mijn hart maar 13 % minder energie te leveren. Ik denk dat je hart veel rust nodig heeft, minstens 8 uur per dag en soms wat extra beweging zoals andere spieren, want je hart is toch ook een spier. Je gevoelsleven zit toch wat hoger in je lichaam en niet in je hart.

Het blijkt dus dat je hart minder hoeft te presteren in je leven als je het meestal kalmpjes aan doet,maar zo af en toe toch het aanspoort om nog prestaties te kunnen leveren. Hem continu op zijn staart trappen om hem harder te laten werken zal bij hem slijtage doen veroorzaken en zoals je weet, de meeste doodsoorzaken worden veroorzaakt door hart en vaatziekten.

Terug naar boven



Welke woonwensen heb je?
Zelfs de heremietkrab heeft het zelfde probleem. Je moet je behuizing zetten naar je behoeften. En als je dus nog slechts met overleven bezig bent is een grot in de bergen wel genoeg en voor sommigen zelfs wenselijk. Maar naarmate je verder ontwikkelt en dus andere behoeften hebt wil je wel eens wat anders dan een tent en zoek je toch een buurt waar je je thuis voelt.
Het is nog steeds nog niet voor iedereen weggelegd om het huis van zijn dromen te kunnen vinden om er in te wonen. Maar misschien kun je er zelf toch wat aan veranderen aan het huis waarin je nu woont Want voor de meesten geldt het dat je meer dan 50 % van je leven thuis bent vooral als je een praktijk aan huis hebt. Het met plezier thuis komen, zelfs na een lange vakantie, betekent dat je het in ieder geval thuis fijn voelt. En je plezierig voelen is een voorwaarde om gezond en gelukkig verder te leven
Maar er zijn natuurlijk verschillende soorten plezier en overmaat schaadt zodat je zeker niet verslaafd moet raken aan plezier alleen.Je moet je natuurlijk ook wel eens onplezierig voelen want anders kun je het ook niet waarderen.

Als je in je eerste levensfase bent is het je misschien ook al opgevallen dat je in het begin geen keuze had. Je thuis was bij je ouders thuis en nadat je verder ging studeren was je misschien al lang blij dat je een kast kreeg waar je soms een belangrijk deel van je leven in moest verblijven. Je had dus weinig inbreng in de manier waarop je woont.

Pas in je tweede levensfase kon je een huis huren en later misschien ook kopen. Als het huis toch niet direct naar je zin is begin je het te verbouwen zodat je er met meer plezier in kunt wonen. Want je wilt het onbewust toch maar prettiger hebben in je huis.
Aangezien iedereen ook een andere levensstijl heeft zal iedereen het ook op zijn eigen manier verbouwen en inrichten.
Als je een gezin sticht en je krijgt gezinsuitbreiding dan word je eerste huis al gauw te klein en is het zo minder plezierig wonen. Je gaat dus op zoek naar een grotere woning om met plezier verder te kunnen leven.

In je derde levensfase zul je het eerst niet merken.Wanneer het echter voor je te zwaar gaat worden om je huis met plezier te bewonen en ook te onderhouden, zul je waarschijnlijk een oplossing willen zoeken voor het toch verder kunnen voortzetten van je plezierige woongewoonten.

Je kunt eigenlijk direct nadat je in je tweede levensfase bent gekomen in je vrije tijd aan dat droomhuis van je beginnen te bouwen nadat je de eerste jaren in een bescheiden huurhuis woont. Als je er ieder jaar de helft van je inkomen aan spendeert om materialen te kopen en al je vrije tijd eraan opoffert heb je, als je normale vaardigheden hebt, binnen tien jaar een huis van je dromen. In dit droomhuis kun je dan verder je hele leven lang slijten of uitrusten natuurlijk. Als het te groot dreigt te worden na je tweede levensfase kun je je nakomelingen vragen of zij in het hoofdgebouw willen wonen als je je dan in een vleugel terugtrekt. Je bent dan dicht bij je kleinkinderen.
Je kunt ook overwegen of je van je droomhuis een communehuis kunt maken als je met pensioen gaat. Je hebt dan soortgenoten heel dicht bij je in de buurt. En met een tiental leeftijdgenoten kun je nog altijd over de tijden van weleer hebben als je 99 wordt.

Mocht je in je derde levensfase toch niet meer in staat zijn om je eigen woning zelf te onderhouden of zelfs te laten onderhouden dan kun je altijd het inruilen voor een kleinere woning.

En mocht je helemaal niet in staat zijn om je woning hoe klein dan ook te kunnen bewonen omdat je bv. gehandicapt ben geraakt dan kun je het mogelijk nog laten aanpassen.
Er zijn nog goede architecten die dit tot hun specialisme hebben gemaakt.

Terug naar boven



Hoe hoog is je cholesterol gehalte?
Cholesterol is een vetachtige stof die voornamelijk door je lever wordt aangemaakt en essentieel is voor een goed functioneren van je lichaam. Cholesterol bestaat uit HDL cholesterol en LDL cholesterol. Behalve als bouwstof voor de vaatcelwand wordt het ook gebruikt voor het aanmaken van hormonen en galzuren. In bijna alles wat we eten is cholesterol aanwezig. In de meeste dierlijke vetten zit echter meer LDL cholesterol (lage dichtheid lipoproteïne) het type cholesterol dat het cholesterol kan laten ophopen in de vaatwand. In de meeste plantaardige vetten zit HDL (hoge dichtheid lipoproteïne) dat cholesterol kan opnemen uit de vaatwand om af tevoeren naar de lever.

Als je erfelijk belast bent met suikerziekte, of andere ziekten die het functioneren van het cholesterolgehalte kunnen ontregelen kan je cholesterolgehalte te hoog worden.
Als je geen erfelijke ziekten hebt aan je lever, nieren of schildklier kun je toch een te hoog cholesterol gehalte krijgen door verkeerde eetgewoonten en te weinig beweging.
Ook door de inname van verschillende medicijnen tegen andere ziekten kun je als bijwerking een te hoog cholesterolgehalte krijgen. Raadpleeg hiervoor je arts of apotheker.

De cholesterol die in je bloed zit is afkomstig van de vetten in je voeding.Deze worden door de lever d.m.v. galzuren omgezet in stoffen die door de darmwand heen in je bloed kunnen worden opgenomen. Indien je te weinig vetten in je voeding hebt zitten maakt je lever het ontbrekende cholesterol zelf aan.
In normale gevallen is er een evenwicht tussen aanmaak en toevoer van cholesterol aan je lichaam en de afvoer ervan. Maar door het eten van meer vetten wordt dit evenwicht verstoord en neemt je cholesterolgehalte toe.
Je hebt echt een verhoogd cholesterolgehalte als deze waarde boven de 6,5 mmol/l is en eigelijk is alles boven 5 mmol/l reeds hoog. Probeer je cholesterol gehalte onder de 5 mmol/l te houden.

Recentelijk (zomer 2002) zijn de resultaten van een onderzoek in "the Lancet" openbaar gemaakt dat aangeeft dat je door inname van een cholesterol verlagend middel het aantal hartaanvallen en beroertes met een derde kunt verminderen. In dit land kun je rekenen met 50.000 hartaanvallen en het aantal beroertes met 10.000.

Terug naar boven



Kun je nog goed zien?
Je gezichtsvermogen is een belangrijk onderdeel van je zintuigstelsel geworden. Sinds je voorouders zo'n zeven miljoen jaar geleden vanuit het bos meer in de savannen waren gaan leven moesten zij wel ver kunnen kijken. Als je dat toen niet kon liep je de kans om je prooi te missen of dat je een paar leeuwen vlak voor je neus pas ziet opdoemen. Dat niet iedereen haviksogen had zal wel waar zijn maar toen leerde men al socialiseren. De mensengroepen met de beste kijkers werden zo de spieders en jagers. En zoals de evolutie dat aan onze huidige generaties heeft doorgegeven, de beste jagers overleven het.
Als je dus goed kunt jagen op wild en ander wild dat soms rokken draagt ben je volgens de evolutieleer goed bezig om je genen een kans te geven om de toekomst door te komen.

Het is een kwestie van een snelle indruk die mensen op je maken. Siegfried Frey (in Duitsland) gebruikt deze methode om prominenten te analyseren welke indruk zij bij het publiek achterlaten.
Als je dus goed kunt zien en (binnen zes seconden) goed kunt interpreteren wat je gezien hebt, kun je in deze tijd in dit land vast wel de goede volksvertegenwoordiger naar je hartewens zelf nog uitzoeken.
Als iedereen in dit land goed kan zien en (zes seconden) goed gekeken heeft kunnen wij de volgende vier jaar onze ogen wel weer sluiten voor de fouten die de door ons gekozen vertegenwoordigers over ons heen hebben gestort.

Het zichtvermogen van mensen is in die zeven miljoen jaar van heel concreet naar heel abstract geevolueerd. Dat je een bril nodig hebt als je de verkeersborden niet meer goed kunt zien kun je in de toekomst wellicht vervangen door van de autovoorruit een display paneel te maken en de letters op de borden kun je dan zelf naar je zichtvermogen instellen. Dit doe je toch ook als je op het web surft?

Wij kijken nu met de vernieuwde Hubble Telescoop verder dan onze neus lang is het heelal in. Ook met andere middelen kunnen wij nu extrapoleren hoe onze toekomst eruit zal komen te zien.
Sinds wij weten hoe bij de aanstormende treinen in de vorige eeuwen het fluitsignaal in toonhoogte steeg als hij naderde en juist in toonhoogte verlaagde als hij wegging, kunnen wij dat nu alleen aan de loeiende sirenes van ambulances horen.
Maar ook met de Dopplereffect Radarbeelden kunnen wij nu zien hoe bepaalde weerbeelden eruit zien op onze TV schermen.
Met de roodverschuivingsmethode zien we nu dat alles wat twaalf miljard jaar geleden gebeurd is nog sneller van ons wegsuist dan wij straks kunnen waarnemen.

Hoe je je eigen leven vanaf de leeftijd dat je dit leest tot je honderdste wilt invullen zal ook van invloed zijn of je deze doelstelling ook daadwerkelijk haalt. Goed zicht hebben op je eigen kunnen en daarna je daden daarnaar bijstellen is een tweede orde regelsyteem dat binnen de evolutietheorie meer kansen biedt om je overlevingskansen te vergroten.
Een aan-uit regeling om je fouten te corrigeren is een methode die je misschien al ontgroeid bent. Want met vallen en opstaan heb je het vroeger vast wel geleerd. Nu hoor je dus een voorwaartse koppeling aan je regeling toe te voegen.

Het zichtvermogen is handig als je aan het controleren bent of alles gaat zoals je het geplant hebt. Je ziet dat je bos sleutels op je tafel ligt en niet in je zak is. Je ziet dat het water in de pan al aan het koken is. Je ziet dat je het licht hebt laten branden en doet het uit. Je ziet dat er iemand op de fiets van rechts komt en geeft hem voorrang. Zonder het zichtvermogen zou je gehandicapt zijn.

Wist je dat dikke mensen met een BMI van hoger dan 30 meer dan 35 % kans hebben om aan oogcatarac te lijden. Een BMI tussen 18,5 en 24,9 wordt nog steeds als normaal beschouwd.

Terug naar boven


Hoe is je ademhaling?
Als je tot de tien procent mensen behoort die chronisch lijden aan cara of COPD dan weet je dat je soms belemmert wordt in het verkrijgen van je eerste levensbehoefte, nl. verse lucht.
Gelukkig hebben ze eerst ontdekt waardoor het kan ontstaan en wat er tegen te doen is. Als je bv. allergisch bent voor graspollen en je hebt er alleen last van in de bloeitijd dan kun je natuurlijk ieder halfjaar naar het zuidelijk halfrond verhuizen en misschien is een tropisch land dan al ver genoeg. Dan ben je met zes of zeven uur vliegen al weer voor een halfjaar veilig gesteld.
Als je toch in dit land wilt blijven en na veertig jaar nog steeds last hebt van die graspollen kun je tegenwoordig combinatie medicijnen gebruiken die je luchtpijp helpen verwijden en die tevens ontstekingen helpen remmen. Dat deze medicijnen nog bijwerkingen hebben moet je vooralsnog op de koop toe nemen en die problemen ook eerst oplossen.

En in 2010 hebben de zorgverzekeraars dat ook ingezien dat het een kwestie van vooruitkijken is.
Als je de patienten betere medicijnen voorschrijft zullen ze minder erge klachten hebben dus minder zorg nodig hebben.
De premie's hebben ze toch al binnen.
En als iedereen gezond blijft hebben ze dus alleen maar premie's te verzamelen.

Van tijd tot tijd je longcapaciteit na laten kijken is wel wenselijk om te zien dat je tot je honderdste nog voldoende lucht binnen kunt krijgen. Twee tot drie liter lucht per diepe teug is wel wenselijk.
Als je een korte sprint moet doen is van te voren diep ademhalen ook noodzakelijk.
Als je heel oud wilt worden is het een kwestie van lange adem, zorg dus dat je goed blijft ademen.
Zorg ook dat je niet te vaak adembenemende situaties meemaakt het kan slecht zijn voor je hart.

Wist je dat je longcapaciteit vanaf je 25ste heel snel daalt?
Bij normale personen daalt dit van 100% op je 25ste naar 65% op je 50ste tot 40% op je 70ste. Wat je daarna nog te wachten staat is maar bedroevend weinig!

Je longcapaciteit kun je snel en eenvoudig zelf meten. Je haalt diep adem en probeert in één keer een feestballon die je van te voren reeds opgeblazen had en daarna weer leeg had laten lopen, zo groot mogelijk op te blazen. Als ik nu 15 cm diameter kan halen betekent dat dat ik een longcapaciteit van 1767 cc heb en waarschijnlijk had ik toen ik 25 jaar oud was een longcapaciteit van 4,4 liter. Met nogmaals proberen kom ik nu op een diameter van 18 cm of een volume van 3,045 liter. Vroeger kon ik misschien wel 5 liter blazen.
En warempel na een portie Ventolin ingeademd te hebben kwam de ballon op een diameter van 19 cm ofwel een volume van 3591 cm3.
Dus met wat chemische hulpmiddelen kan het ademen toch verbeterd worden op latere leeftijd.

De goede wielrenners schijnen een longcapaciteit van 7 a 8 liter te hebben!

Terug naar boven


Bibber je niet?
Als je wat ouder bent en je loopt niet meer zo rechtlijnig is de kans ook groot dat je de draad niet meer door het oog van de naald kunt steken. Als je geen kleermaker in de buurt hebt is het toch wel wat lastig. Ook kunt je de bibbertest doen om te kijken of je nog standvastig bent.

Deze doe je als volgt:
Je neemt een lineaal of ander plat voorwerp van ongeveer 30 cm legte. Je houdt deze in een hand horizontaal met de platte kant boven. Op het einde leg je een wasknijper los rechtoptaand. Je probeert twee minuten de wasknijper overeind te houden. Als je het lukt is het nog steeds in orde met je motorische coordinatie. Lukt het je bijna dan moet je nog wat oefenen. Lukt het je helemaal niet probeer dan uit te zoeken waardoor dit komt. Als je voor alles bang bent zul je ook deze test eng vinden en bibber je dus van te voren al. Het is echt niet gevaarlijk. Probeer het maar nog eens.

Als je niet bang bent om op een 9 m hoge ladder te gaan staan dan kun je nog zelf je gevels renoveren als ze na een kleine honderd jaar aan reparatie toe zijn. Je merkt dan dat ze vroeger solider bouwden en ook al heb je geen piramide als woning, de statige huizen waren vroeger degelijk gebouwd, daarom staan ze er nog.



Denk je positief?
Je kent misschien de kreet "de kracht van positief denken" wel. Is het waar of niet waar?
Soms wel maar soms ook niet. Het ligt er aan wat je er nog zelf aan kunt doen of desnoods met de hulp van anderen. Want als je er bij de pakken blijft zitten kom je echt niet verder. Het is dus een kwestie van mentaliteit en een dosis realisme. Dit heeft Lance Armstrong na zijn 13e Tour de France etappeoverwinning ook aan de media bekend gemaakt.
Je moet je kansen benutten en alles eruit halen wat er nog in zit, in je zelf, je groep of de situatie waarin je verkeert.
Je moet maar bedenken dat het altijd nog slechter kan en wel moet je blijven nadenken hoe je je uit die nare situatie kunt bevrijden.

Toch moet je je eigen grenzen wel goed kennen; als je het zelf niet kunt oplossen moet je het snel aan anderen overlaten voor het te laat is. En je moet je niet te groot houden als je werkelijk om hulp verlegen zit. Het kan je je leven kosten.

Als je vaak ontevreden bent en daardoor vaak "nee" zegt tegen dingen die op je af komen moet je je afvragen of je niet te critisch bent tegenover jezelf en tegenover anderen. Als je je acceptatiegrenzen verlaagt zul je meer mensen kunnen waarderen en zij natuurlijk ook jouw houding.
Maar je moet wel de grenzen van het toelaatbare goed in de gaten houden.

- Als je met een vliegtuig neergestort bent en je bent met nog een paar anderen nog in leven gebleven dan wist je uit de overlevings verhalen uit het verleden hoe je je eruit kunt redden. En tegenwoordig kun je met je GSM gewoon vertellen waar je zit als je ook een GPS systeem toevallig bij je hebt.
- Uit de ontsnappingsverhalen uit het verleden kun je concluderen hoe je je in de woestijn een week in leven kunt houden en als je ooit bootvluchteling was geweest misschien ook op een vlot op de oceaan.
- Als je een zware operatie hebt moeten ondergaan en je moet er weer bovenop zien te komen dan helpt het zeker als je vindt dat je maar snel beter moet worden.
Maar je moet je grenzen wel kennen. Overschrijdt je die dan is het ook met je gebeurd.

Terug naar boven

Appendix

Terug naar boven | Terug naar het paragrafenoverzicht | Terug naar de homepage