De Dolomieten 2008
Het was mooi weer toen wij vertrokken
Het begin
Dag 1: zondag 14 september 2008, naar Sankt Goarshausen
De vakantie begon echt pas nadat Ton en Toos 's ochtends om acht uur opstonden en mij begonnen te beladen
De vorige dag had Ton reeds de fiets van Toos op het rek gezet en mijn watertank gevuld.
Ze moesten nog van hun kennismakingsfeestje met het dorp naast de hunne bekomen. Ze hadden nu nieuwe kennissen uit de buurt.
Tegen elf uur waren ze zo ver dat ze in mij stapten maar niet voordat ze van hun kinderen en kleinkinderen afscheid hadden genomen.
Ook Ton nam nog afscheid van zijn oudste vriend, ook telefonisch.
Het was prachtig zonnig weer en niet te warm om in mij te rijden.
Ton had een foto genomen van de weersverwachtingen op zijn computerscherm en die in zijn laptop gezet zodat hij er nog drie dagen er goed naar kan kijken.
Zondag zou mooi weer zijn, maandag minder en dinsdag ging het weer beter volgens de driedaagse weersverwachting.
De tocht liep via Woudenberg, Maarsbergen, Ede-Wageningen, Nijmegen , Gennep naar Keulen en verder naar het zuiden.
Bij Koblenz gingen wij twee bruggen over en gingen aan de oostoever van de Rijn vlak langs het water naar het zuiden.
Daar zochten wij het bekende plekje aan de Rijn weer op en bleken de vijfde camper te zijn. Ik wrong me tussen de twee uiterste campers in en
keek zo met m'n neus over de railing in de Rijn. Er bleken vier eenden op de rand van de vroegere oprit van het veer te liggen doezelen in de zon.
Later op de avond werden ze gevoerd door een echtpaar die per auto van het dorpje ervoor aan kwamen rijden. Die gaven de eenden broodjes.
Nog later kwam een jongeman in een auto z'n husky uitlaten en ging met z'n hond naar de eenden toe. Dat vonden de eenden niet leuk, ze gingen het water in.
Maar de hond had het helemaal niet op hun gemunt. Hij liep zelfs niet het water in.
Bij het voorbereiden van de maaltijd moest Ton ook nog eerst een fles wijn ontkurken. Maar hij bemerkte dat hij geen zakmes bij zich had.
Hij vroeg aan de Duitse dame in de camper naast ons of hij haar kurketrekker mocht lenen. Zonder verder te praten zocht ze een kurketrekker en gaf die aan Ton.
Na gebruik bedankte hij haar en zij ze : " Bitte, bitte".
Later op de avond, na het avondeten, gingen Ton en Toos ieder hun bezigheden doen. Ton maakte nog wat foto's van de omgeving en de voorbijvarende schepen en later
verzorgde hij mijn verhalen.
Toen de accuspanning onder de 12,5 volt daalde had hij zijn laptop afgekoppeld en beperkte hij zich tot het lezen van de te nemen wandelingen in de Dolomieten.
Toos had haar eerste boek van de vakantie die avond uitgekregen.
Het was nog steeds mooi weer toen wij Sankt Goarshausen verlieten
Dag 2: maandag 15 september 2008, naar Ulm
Ton en Toos hadden die nacht ondanks de geluiden van varende schepen en rijdende treinen toch goed geslapen.
Daarom besloten ze na het ontbijt, en omdat het nog goed weer was, om hun nieuwe bergschoenen uit te proberen.
Eerst had Ton nog een zandkorrel gevoeld maar het bleek toch maar een plooi van zijn sok te zijn.
Toen hij die had glad gestreken gingen zij op weg naar de burgt boven het dorpje. Ze kwamen nog een paar dorpelingen tegen die zij vriendelijk
goede morgen toewensten.
Daarna ging het in rap tempo de weg omhoog door het dorp en daarna de grindweg op naar de burgt.
Zij zagen dat er een vrij zware man alleen van de andere kant ook de weg naar de burgt op wandelde.
Maar die waren ze bij de eerste de beste haarspeldbocht al voorbij gelopen.
Bij de vijfde haarspeldbocht hoorden zij een auto naar boven rijden. Het was een leverancier van openhaardhout die met een aanhangwagen vol hout naar boven reed.
Boven bleek de steiger van drie jaar geleden al te zijn weg gehaald. De burgt zal dus al gerestaureerd zijn.
Van bovenaf probeerde Ton nog een foto van mij te maken maar die heb ik nooit gezien. waarschijnlijk was het mislukt vanwege de bomen die hem het zicht benamen.
Zonder verder nog rond te kijken keerden ze naar mij terug.
Ton zei tegen een paar nieuwe camperaars die naast mij stonden en naar boven stonden te kijken dat het niet ver was, maar een kwartierje lopen. Hij zei er niet bij dat je wel met 6 km/uur de berg op moest.
Wij gingen weer verder langs de Rijn tot Rüdelsheim. Het was een mooie route en het weer bleef nog steeds mooi. Af en toe maakte Ton foto's van de burgten, de passerende schepen, roeiboten en kanovaarders. Af en toe kwamen wij ook nog campers tegen.
Na Rüdelsheim kwamen we weer bij het dichtbevolkte gebied rondom Wiesbaden en Mainz. Toos reed mij en Ton kon daardoor aanwijzingen geven hoe wij moesten rijden. Omdat wij naar Ulm wilden kozen zij de autosnelweg naar het zuiden richting Stuttgart.
Maar toen wij op de snelweg richting Mainz kwamen begon het te regenen. De hele weg hadden wij in de regen gereden.
Toen de dag kmteller voorbij de 700 km kwam had Ton de eerste de beste tankstation aangedaan om mij van brandstof te voorzien.
Maar toen hij zag dat het een speciale dieselsoort was die heel duur was mocht ik er maar 30 liter van innemen. Ik liep er wel heel goed op merkte Ton.
Het bleef regenen tot wij bij Ulm op onze bekende camperplaats aankwamen. Wij zagen dat men bezig was om de tramrails te verleggen. Want de hele route langs de weg naar de camperplaats was opgebroken.
Wij zochten een plaats waar het vlak was en dat was naast een Pössl van een Nederlander.
Toen Ton en Toos over de camperplaats naar de stad gingen lopen kwamen ze een Noorse camper tegen die wel twaalf meter lang was en waarvan de salon en de slaapkamer verbreed waren door de wand uit te schuiven.
Zonder boodschappen gedaan te hebben kwamen ze nat maar hun portie beweging gedaan te hebben weer bij mij terug.
Het was rustig in de nacht. Behalve het tikken van de regendruppels vanaf de bladeren op mijn dak was er verder geen verkeerslawaai want door de wegwerkzaamheden reden er geen trams en was het autoverkeer ook minimaal.
Het was weer mooi weer toen wij in Brixen aankwamen
Dag 3: dinsdag 16 september 2008, naar Brixen
Het was rond half negen dat Ton en Toos opstonden en na zich gewasssen te hebben gingen ontbijten. Er waren al werknemers van de kinderopvang naast de parkeerplaats aanwezig om de moeders met hun kroost op te vangen. Er waren twee ponies en een ezel ook aanwezig met twee begeleiders. Zij stonden aan de rand van de parkeerplaats en waren misschien aan het wachten tot er kinderen ze wilden bezichtigen.
Ton en Toos wilden mij servicen omdat het in Ulm kon. Maar er was een andere camperaar die ons voor was. Toen die vertrok gingen wij direct naar de servicepaal en zagen dat water 1 Euro koste. De rest was gratis.
Ton sloot de slang aan de kraan en de koppeling paste meteen. Hij hoefde de aansluiting niet te wijzigen.Daarna leegde Ton de halfvolle Thretford cassette en liet de afvalwatertank leeg lopen. Hij ruimde de slang meteen op en vergat daarbij de watertankdop terug te plaatsen. Dat merkte Ton pas op toen wij honderd kilometer verderop in Oostenrijk brandstof gingen tanken. Want wij namen de Fernn pas en namen dus niet de Oostenrijkse autoweg waar tolgeld nodig was in de vorm van een vignet voor een paar weken.
De Fernnpas was niet zo hoog en steil en die 12% nam ik dus met gemak in m'n drie.
Toos nam later de Brennerpas en pas de laatste vijftig meter moest ik in m'n twee gezet worden.
Bij Sterzing stopten wij om een kaart van de streek te gaan kopen en toen het bij de supermarkt en de sportwinkel niet te krijgen was gingen Ton en Toos verder het dorp in. Zij werden naar een grote boekwinkel
verwezen en behalve de kaart van Tabacco op schaal 25000 nr 030 kwamen zij ook gepolijste mooie stenen tegen. Dat wilden zij wel voor hun kleinkinderen meenemen.
Verder de straat in kwam Toos een leuk boetiekje tegen en die had mooie kleding in de etalage. Toos ging de winkel binnen en was meteen verkocht. Ze kocht twee mooie jurken en ging blij naar mij terug met Ton.
De camperstaplaats in Brixen was niet moeilijk te vinden voor Ton die aan Toos aanwijzingen gaf. Dicht bij het stadion was een parkeerplaats nr 3 en daar konden wij drie nachten staan. De eerste nacht naast de zigeuners of Roma's zoals op de foto te zien is. De volgende twee nachten schuin aan de overkant omdat daar 's ochtends de zon scheen.
In de avond gingen Ton en Toos nog te voet een kijkje in de stad nemen, het was maar een kwartiertje lopen zeiden ze later.
In de nacht was het weer wennen aan het lawaai van de voorbij rijdende auto's op de S12, de om het half uur voorbij denderende goederentreinen en het geraas van de autosnelweg in de verte.
Maar alles went, de volgende nachten merkten wij er bijna niets meer van.
Verder Terug Naar boven Home Page