Nederland 2006 2


Hier rustte ik een paar dagen


Dag 1: Op expeditie naar Limburg
Ton had het al lang geleden beloofd dat hij de 17 boomstronken van zijn nicht in zuid Limburg zou rooien omdat niemand in de familie daar ervaring mee had.
Een dag voor ons vertrek had hij al het benodigde gereedschap in de kist geladen en wat er niet in kon werd op het fietsenrek bevestigd, samen met de twee fietsen.
Zo'n zware achterkant heb ik nog nooit gehad, ik stond bijna op mijn achterwielen, maar Toos stuurde mij fatsoenlijk over de snelweg naar onze bestemming, aangewezen door de stem van TOM-TOM met een stevige wind in de rug.

Het was in het weekeinde voorafgaand aan Hemelvaart dat wij dus die vrijdagavond naar het huis van hun nicht gingen.
Wij reden over de kortste route door België. Wij reden over de ring van Antwerpen die nu verbeterd is zodat wij slechts met een kleine oponthoud ter plekke aankwamen.

Dat oponthoud werd veroorzaakt door dat Tiga bij het wegrijden niet uitgelaten was en hij het twee en halfuur rijden niet uithield. Dus vlak nadat wij de stad waar hun nicht woonde in reden liet Tiga bij de uitgang van mijn schuifdeur zijn grote boodschap. Wij waren net bij een MacDonald in de buurt. Dus stopten ze mij op het parkeerterrein en maakten de zaak schoon met het jerrycannetje reservewater.
Even daarna arriveerden wij bij het huis. Ik mocht ervoor staan onder een paar bomen en Ton en Toos gingen het huis in om de nicht en haar moeder te begroeten.

Voordat het donker werd ging Ton poolshoogte nemen hoe het karwei het beste geklaard kon worden. De stronken waren van klein tot middelmatig grote coniferen die tot aan de grond toe afgezaagd waren. De grond was kleiachtig en Ton had gevraagd een week van te voren de grond nat te sproeien. De stronken stonden voor een schutting op ongeveer anderhalve meter afstand van elkaar. Naast de stronken en de schutting lag nog een electrakabel in de grond en bij de laatste vijf stronken lag ook nog een afvoerpijp tussen het tegelpad en de rij stronken. Het zou een graaf en hak klus worden en vooral een trekklus voor de meegebrachte lieren.

De professionelen hadden geen zin om het karwei te klaren en lieten het aan de liefhebbers over.

Met deze wetenschap in zijn achterhoofd sliep Ton die avond, nadat zij nog lang nagepraat hadden, samen met Toos en Tiga in mijn inwendige.
Midden in de nacht werd Ton wakker omdat hij gestommel hoorde. Hij bleef wakker totdat hij na een kwartier wist dat het veroorzaakt werd door een paar bladeren van de boom die door de harde wind tegen mijn bovenkant schuurde.
Verder Terug Naar boven Home Page