| DATA |
Bouwstenen waaruit INFORMATIE is opgebouwd, zie ook GEGEVENS. |
| DATABASE |
KAARTENBAK SYSTEEM op de Computer zoals dBASE, Clipper, Foxpro enz. |
| DATT |
ACRONYM voor Direct Attention Thinking Tools, nieuwste techniek van de Bono; onderverdeeld in: 1. Exploratie gereedschappen, 2. Waarden gereedschappen, 3. Actie gereedschappen en 4. Evaluatie gereedschappen |
|
DENDRIETEN |
Uitsteeksels welke vastzitten aan onze grijze hercencellen (NEURONEN) die
de signalen van andere hersencellen via AXONS ontvangen |
| DENKEN |
Wat men weet mentaal inzetten om een doel te bereiken; zie ook: DENKNIVEAUS |
| DENKATTITUDE |
Zie DENKHOUDING |
| DENKBEELD
|
De voorstelling van zaken die men als waarheid in het geheugen bewaart |
| DENKHOUDING |
DENKATTITUDE, de manier waarop men gewoontegetrouw iets overdenkt en er naar handelt |
| DENKHULPMIDDELEN |
Hulpmiddelen die bij het denken worden gebruikt zoals o.a. de programma's van
Neil Larson: HOUDINI, MAXTHINK, HYGEN of het MINDMAPPEN van Tony Buzan.
Zie ook Thinkware |
| DENKKRACHT |
De mentale kracht in mensen om (nieuwe) oplossingen te bedenken voor de gerezen of te
verwachten problemen. Zie ook DENKVERMOGEN |
| DENKEN - LEREN - HANDELEN |
Belangrijke basis uitgangspunten bij studeren en werken. Om het effectief te doen moet men rekening houden met bepaalde factoren. Zie ook Hoe kan ik effectiever DENKEN, LEREN EN HANDELEN |
| DENKMANIEREN |
Op een bepaalde wijze denken; zie ook DENK-TECHNIEKEN |
| DENKMODEL |
Voorstelling van zaken hoe ons denken in zijn werk gaat; zie ook Denkmodel
van Robin Groeneveld
|
| DENKNIVEAUS
|
Er zijn twee niveaus te onderscheiden: laag niveau denken zoals begrijpen, onthouden en toepassen; meer een passieve manier van denken en hoog niveau denken; de meer actieve en creatieve manier van denken. Tot deze laatste categorie behoren de verschillende DENKTECHNIEKEN |
| DENKPROCESSEN |
Dat wat zich bij het denken in ons hoofd afspeelt; de verschillende
stappen die volgens de verschillende denkmethoden worden doorlopen; zie ook
deze website van Ton Think |
| DENKSTRATEGIE |
De gekozen manier van denken, zie DENKTECHNIEKEN |
| DENKTECHNIEKEN |
Er zijn wel 50 manieren van denken; de 7 hoofdmanieren; 1. Analytisch: hierarchisch;
2. Evaluerend: lijsten bekijken; 3. Synthese: bijelkaar voegen; 4. Experimenteel: nieuwe associaties 5. Perceptief: verschuiving in taalgebruik; 6. Structureel: universele patronen; 7. Context vrij: essenties |
| DENKVERMOGEN |
De mentale mogelijkheid om oplossingen te genereren; zie DENKKRACHT |
| DENKVAARDIGHEDEN |
De practische toepassingen die met verschillende denktechnieken kunnen worden bedreven
|
| DESIGN/DECISION, OUTCOME, CHANNELS, ACTION |
Een gereedschap van de Bono dat gebruikt wordt na de beslissing |
| DOEL |
Dat wat men nastreeft, nodig om gericht en effectief te kunnen werken
|
| DOELBEPALING |
Proces om tot het gewenste reultaat te komen
|
| DOEN |
Door Hofman voorgestelde term voor KENNIS MANAGER |
| DOWNSIZING |
Het streven naar minder complexe-, plattere organisaties resulteert in het
creëren van BUSINESS UNITS of WERKMAATSCHAPPIJEN die kleiner zijn en beter
te overzien zijn. |
| DRAAGVLAK |
Medestanders binnen de organisatie ( of daarbuiten) |
| DYNAMISCH |
In beweging; in staat zijn snel te veranderen |
| DYSLEXIE |
Woordblindheid, woorden niet zien bij het lezen, veroorzaakt door een
geringe afwijking in de hersenen; soms te verhelpen door oefening |